Nieuws

  • Archeologie,  Musea,  Nieuws

    Egyptologisch nieuws

    Afgelopen zondag ben ik teruggekomen uit Egypte na een epische rondreis georganiseerd door Huis van Horus. Van Caïro tot Luxor hebben we een keur aan sites bezocht in Midden-Egypte, van de resten van Amarna tot de catacombes van Tuna el-Gebel en de rotsgraven in Beni Hassan. Met exclusieve bezoeken aan het graf van Wahty in Saqqara en het Osireion in Abydos!

    Beeld van Ramses II

    In Hermopolis hoorden we dat er zojuist een bijzonder beeld van Ramses II was ontdekt. En prompt verscheen dit bericht op het nieuws. Het gaat om een 3,8 meter hoog kalkstenen fragment wat de koning toont met zijn ceremoniële baard, dubbele kroon en uraeus. Ooit moet het complete beeld 7 meter zijn geweest. In Hermopolis zijn de resten te vinden van Nieuwerijks tempels, maar ook uitbreidingen uit de Grieks-Romeinse tijd en een Koptische basiliek waarvan de zuilen weer een voor een worden opgericht.

    Foto: Ministerie van Oudheden, Egypte

    Thebaanse edelman

    In Luxor behoorden we tot de eerste 50 bezoekers van het nieuw geopende graf van Neferhotep (TT49). Deze man was schrijver van Amon tijdens de regering van Ay (eind 18e dynastie van het Nieuwe Rijk). Het bevat interessante scènes van de tempel van Karnak en een rotsbeeld van Neferhotep en zijn vrouw Merytre. Het graf is hergebruikt als veestal en woonhuis, maar de roetlaag op wanden en plafond is met behulp van lasers zorgvuldig verwijderd, zodat de beschilderde decoratie weer straalt.

    In het graf van Neferhotep, foto: Nicky van de Beek

    Controverse rond Nubische farao

    Helaas gebeurt het steeds vaker dat gestolen erfgoed op de markt komt. Dit keer is zelfs het Rijksmuseum van Oudheden erin getuind. Een shabti (grafbeeldje) van farao Taharqa dat in 2014 is aangekocht door het museum blijkt gestolen uit Soedan. De Spaanse handelaar (die ook actief is op Catawiki) wordt beschuldigd van fraude. Waarschijnlijk is het grafbeeldje tussen 2000 en 2003 gestolen uit het Jebel Barkal Museum, en met valse papieren toegeschreven aan de familie Babeker. Het zou al sinds 1930 in Europa zijn, maar dit blijkt niet te kloppen. Deze zaak belicht maar weer dat er veel geld omgaat in de oudhedenhandel (100.000 euro voor het grafbeeldje van 35 cm), wat illegale praktijken in de hand werkt, en dat herkomstonderzoek prioriteit is.

    Foto: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

    Boekverkoop in april

    In april zal ik zo’n anderhalve week in Nederland zijn, o.a. om een korte lezing te geven tijdens de Week van de Klassieken in het RMO (op zondagavond 14 april). Dat geeft me bovendien gelegenheid om een aantal Egyptologische boeken te verkopen. Van pareltjes tot koopjes, kijk of er iets voor u tussen zit en laat het me weten, dan reserveer ik de boeken voor u: naar de boekverkoop.

    (Blij met deze content? Trakteer op een kopje koffie!)

  • Achtergrond,  Nieuws,  Onderzoek

    Wie was Herta Mohr?

    Afgelopen week werd bekend dat een Leids Universiteitsgebouw vernoemd wordt naar Herta Mohr, een Leidse Egyptologe die publiceerde over de grafkapel van Hetepherachty. Maar wie was Herta Mohr?

    Toen ik voor mijn Master-scriptie onderzoek deed naar de grafkapel van Hetepherachty in het Rijksmuseum van Oudheden, stuitte ik op een dun boekje dat half uit elkaar viel in de NINO-bibliotheek. Het was getiteld The Mastaba of Hetep-Her-Akhti: Study on an Egyptian tomb chapel in the Museum of Antiquities Leiden en geschreven door ene Herta Theresa Mohr (op de publicatie als ‘Therese’ geschreven). Het boekje was gepubliceerd in 1943 door Ex Oriente Lux. Een mooi staaltje Leidse Egyptologie, zo lijkt het. Maar de facsimile-tekeningen in het boekje waren niet van de beste kwaliteit, en in het voorwoord staat dat het een studie betreft van de mastaba in de periode 1937-1940, ‘voor zover de omstandigheden het toelieten’. Wat was hier aan de hand?

    Het enige wat ik vervolgens over haar kon vinden was de website van Joods Monument (toen nog zonder foto), waar stond dat ze op 15 April 1945 op dertigjarige leeftijd in Bergen-Belsen was overleden. Haar ouders, Adolf Israel Mohr en Gabriele Kaufmann, waren in Auschwitz omgekomen.

    Zo begon mijn zoektocht naar Herta Mohr. Op basis van archiefmateriaal en obscure publicaties kwamen er steeds meer puzzelstukjes aan het licht. In 2016 gaf ik voor het eerst een voordracht over Herta Mohr op de Vlaams-Nederlandse Egyptologendag in Leuven. Inmiddels zijn er twee publicaties over haar verschenen en heb ik een Wikipedia-pagina gestart, die ook in het Engels vertaald is. In 2021 kreeg ze eindelijk een plek in de Who Was Who in Egyptology. In 2022 zijn er voor haar en haar ouders Stolpersteine gelegd op hun laatste ‘vrijwillige’ adres in Leiden. En nu wordt er dus een gebouw naar haar vernoemd.

    Biografie

    Herta Theresa Mohr werd op 24 april 1914 geboren in Wenen als dochter van Adolf Israel Mohr en Gabriele Kaufmann. Haar vader was arts, door het Rode Kruis onderscheiden voor zijn werk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het gezin woonde op de Winckelmannstraße 2 in Wenen.

    Mohr begon aanvankelijk geneeskunde te studeren net als haar vader, maar schreef zich uiteindelijk in aan de Faculteit Wijsbegeerte waar ze vakken in Egyptologie en Afrikanistiek volgde. Het mag duidelijk zijn dat het gezin vervolgens naar Nederland vluchtte omdat ze Joods waren.

    Herta Mohr schreef zich in aan de Universiteit Leiden voor het studiejaar 1937/1938. In september 1938 gaf ze bovendien een lezing over de grafkapel van Hetepherachty op het Oriëntalistencongres in Brussel, iets wat bijzonder was gezien haar status als student. Haar “Bemerkungen zur Leidener Mastaba” gingen gepaard met een moderne diapresentatie. Herta Mohr woonde destijds op de Hogewoerd 113 in Leiden, terwijl haar ouders op de Fagelstraat 17 verbleven.

    Een eerste versie van haar studie over de grafkapel is in de archieven van het Rijksmuseum van Oudheden te vinden. Het zijn getypte velletjes in het Duits en gedateerd in 1938. Haar dossier bevat bovendien ongeveer honderd foto’s van details van de decoratie van het graf.

    Mohr werd lid van katholieke studentenvereniging Augustinus en werd op 13 juli 1939 katholiek gedoopt. Ze bleef werken aan de mastabakapel van Hetepherachty totdat deze in september 1939 ontoegankelijk werd. Ook werden Joden geweerd uit de grote steden, waardoor ze moest verhuizen naar Bilthoven en Eindhoven. Het wetenschappelijke werk werd haar op deze manier belemmerd, zoals we kunnen lezen in een brief uit november 1940, in het archief van het KMKG in Brussel:

    “Op 5 september schreven ze mij dat ik Leiden onmiddellijk moest verlaten; ik mag niet naar een groot deel van het land reizen, bijvoorbeeld Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, etc., en ook Leiden. Dit betekent dat ik mijn huis, mijn boeken, alles moest achterlaten en elders een woonplaats zoeken.
    (…)
    Dit is een onwetenschappelijke brief. Laten we hopen dat de volgende weer vol staat met hiërogliefen! Maar er is niets hier, geen papyri, geen stenen, geen bronzen. Heb je de proefdrukken van de nieuwe Chronique [Egyptologisch tijdschrift] nog? Als je ze nog hebt en ze naar mij kunt sturen, zou ik heel, heel, heel gelukkig zijn en zal ik me niet meer zo verloren voelen in deze wereld.”

    In de vroege ochtend van 2 augustus 1942 werd Herta Mohr gearresteerd. Samen met andere katholieke joden werd zij naar het Doorgangskamp Westerbork gebracht waar ze terecht kwam in barak 48.

    Omdat de familie van Herta Mohr van hoge status was zijn er pogingen ondernomen om hen uit het kamp te halen. Dit mocht echter niet baten. Eerst kreeg ze nog uitstel van transport (“Sperre”) omdat ze als vertaler werkte. Ze was goed in talen en kende Duits, Frans, Engels en mogelijk Nederlands, nog los van de oude talen die ze bestudeerd had. Maar door een ongelukkig incident met een corrupte kampleider ging ze op 25 januari 1944 op transport naar Auschwitz. Haar ouders waren een paar dagen eerder naar Theresienstadt gestuurd, maar werden eind oktober 1944 doorgestuurd naar Auschwitz, waar ze bij aankomst werden vermoord.

    Dan raakt het spoort van Herta Mohr bijster. In januari 1945 werd Auschwitz geëvacueerd vanwege oprukkende Russische troepen. Een deel van de gevangenen werd via Gross-Rosen richting het westen gestuurd. In het ziekenhuis van Gross-Rosen werd Herta Mohr gezien door iemand met dezelfde familienaam, maar die geen directe familie van haar was.

    De plaats en datum van haar dood zijn uitvoerig onderzocht, maar konden niet eenduidig worden bepaald. Waarschijnlijk zijn ze later door een rechter vastgesteld. Volgens de officiële gegevens stierf Herta Mohr op 15 april 1945 in Bergen-Belsen, op 30-jarige leeftijd. We weten niet of ze haar eigen publicatie ooit onder ogen heeft gezien.

    Samen met Dr. René van Walsem bereid ik een herpublicatie voor van de mastaba van Hetepherachty, die in 2025/2026 zal uitkomen in de PALMA-reeks.

    Meer lezen:

    – Beek, N. van de (2023), Braving the odds: Egyptologist Herta Mohr during the Second World War, in: Navratilova, H., T.L. Gertzen, M. De Meyer, A. Dodson and A. Bednarski (eds), Addressing Diversity: Inclusive Histories of Egyptology, 181-203.
    – Beek, N. van de (2017), Herta Mohr and the Mastaba of Hetepherakhty, in: Verschoor, V., A.J. Stuart and C. Demarée (eds), Imaging and Imagining the Memphite Necropolis: Liber Amicorum René van Walsem, 233-238.
    Herta Mohr op Wikipedia
    Stolpersteine in Leiden
    NINO

    Later dit jaar zal een Nederlandstalig artikel over Herta Mohr verschijnen in Ta Mery, een publicatie van stichting Huis van Horus.

    Met dank aan: Carolien van Zoest, Sebastiaan Berntsen, Marleen De Meyer, René van Walsem, Regina Grüter, Maarten Raven, Maud Slingenberg (van Minerva, niet van Augustinus), Arnold Schalks, het NIOD, International Red Cross, UB Leiden en de Leidse Egyptologie.