Achtergrond
-
Parades vroeger en nu
In april van dit jaar werd in Egypte een parade gehouden toen de mummies van het Egyptisch Museum aan het Tahrirplein met veel bombast naar het nieuwe Nationale Museum van de Egyptische Beschaving werden getransporteerd. In praalwagens werden de sarcofagen vervoerd, onder begeleiding van zang, dans en militair vertoon.
Ook de 42 meter lange zonneboot van koning Choefoe (Cheops) is onlangs op speciaal transport naar het Grand Egyptian Museum in Giza gegaan. De reis van 7,5 km duurde maar liefst 10 uur. De zonneboot bevond zich altijd in een apart museumgebouw naast de Grote Piramide, maar zal nu een plek vinden in de enorme hallen van het GEM.
De zorgvuldig geënsceneerde parades en gedoseerde berichtgeving rond archeologische ontdekkingen in Egypte moeten de toeristische sector een boost geven. Tien jaar geleden was er de Arabische Lente, nu de verwikkelingen rond COVID waardoor toeristen wegblijven.
Parades in de Oudheid
Ook in het Oude Egypte was men al dol op parades. Tijdens het jaarlijkse Opetfeest (heb ipet) werden beelden van Amon, Moet en Chonsoe op ceremoniële barken (boten) rondgedragen door priesters. Hiermee werd het heilige huwelijk tussen de goden Amon en Moet gevierd. Het festival vond plaats in de tweede maand van het Akhet-seizoen en kon wel 24 dagen duren.
Het feest wordt voor het eerst vermeld in de tijd van Hatsjepsoet, die afbeeldingen ervan liet opnemen op haar Rode Kapel in Karnak. Op de heenweg van Karnak naar Luxor werd de bark van Amon over land vervoerd langs zes barkschrijnen. De terugweg ging over water, gesleept door de koninklijke boot.
Processie met de bark van Amon zoals afgebeeld op de Rode Kapel
(© University of Memphis)Op de wanden van de Luxortempel heeft Toetanchamon ook de hymnen aangebracht die tijdens het feest werden gezonden:
O Amon, heer van de tronen van de Beide Landen, moge u eeuwig leven!
Een drinkplaats is uitgehouwen, de hemel is teruggevouwen op het zuiden,
een drinkplaats is uitgehouwen, de hemel is teruggevouwen op het noorden,
mogen de zeelieden van Toetanchamon drinken.Het ziet ernaar uit dat er veel werd gezongen, gedanst en gedronken tijdens het festival. Zo ook tijdens het Mooie Dalfeest, waarbij de god Amon (in de vorm van zijn tempelbeeld) een bezoek bracht aan de dodentempels van Mentoehotep II en later Hatsjepsoet in Deir el-Bahari op de westoever van de Nijl. Ook de bevolking kreeg hierbij een kans om een glimp van het godenbeeld op te vangen, en nam de gelegenheid te baat om zich mooi te kleden en de nacht door te brengen bij de graven van overleden familieleden. Ook hierbij mocht alcohol niet ontbreken.
Kunstenaarsimpressie van het Opet-festival (© Balage Balogh)
Een deel van het Opet-festival vond plaats op de processieweg tussen de tempels van Karnak en Luxor (de el-Kebash weg). De laatste jaren is deze weg vrijgelegd (waardoor o.a. woonhuizen hebben moeten wijken) waarbij veel van de oorspronkelijk sfinxenlaan is teruggevonden. De 2,7 km lange weg zal in de herfst worden geopend. In een moderne weergave van het Opetfeest zullen ‘priesters’ beelden van Amon, Moet en Chonsoe over de weg dragen. Ook de moderne Egyptenaren hebben de smaak van parades te pakken!
Sfinxenlaan tussen Karnak en Luxor
-
Hondsdagen
Beeldje van Isis en Horus uit de Ptolemeïsche Tijd (Metropolitan Museum) De Oude Egyptenaren wisten het al: deze periode in de zomer was een tijd van chaos. Het oude jaar liep af en het was wachten op de Nijloverstroming – het Akhet-seizoen – en de komst van de ster Sirius. Deze ster, Sepdet in het Oudegyptisch en geassocieerd met de godin Isis, werd in het Grieks Sothis genoemd en was onderdeel van het sterrenbeeld Grote Hond. De ‘hondsdagen’ staan in Nederland traditioneel voor de periode van 20 juli tot 20 augustus waarin het het warmst is, met insecten, hittegolven, stormen en een algemeen gevoel van lethargie.
In de Egyptische kalender werd deze tijd gemarkeerd door vijf schrikkeldagen die over het algemeen ongeluk betekenden. Het Nijlwater stond op zijn laagst, wat insectenplagen meebracht, en men wachtte met smart op de komende overstroming. Als die te laag was heerste er honger, te hoog en hele dorpen konden worden weggespoeld.
De vijf epagomenale dagen of ‘vijf dagen op het jaar’ (Herioe Renpet) waren gewijd aan de goden Osiris, Horus, Seth, Isis en Nephtys. De eerste dag van het nieuwe jaar, Wep Renpet (letterlijk: de opening van het jaar) was reden tot feest. Op deze dag (en vele anderen) werden offers gebracht aan de doden, iets was expliciet op Ouderijks graftombes vermeld staat:
Een gesproken offer is voor hem bij de opening van het jaar, het Thotfeest, het Tep Renpet feest, het Wag-feest, het Sokarfeest, het Grote Feest, het Brandfeest en het uitgaan van Min.
Latei van de grafkapel van Hetepherachty (foto door Hans van den Berg)
Mijn moeder zei altijd dat eten sneller bedierf tijdens de hondsdagen, en vroeger probeerde men aan het weer te voorspellen hoe het jaar eruit ging zien:
Komen de Hondsdagen met veel regen, dan gaan we slechte tijden tegen, maar komen de Hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar.
Alvast een gelukkig nieuwjaar gewenst!