Mastaba’s van Giza

Giza bevat een van de grootste verzamelingen graven uit het Oude Rijk. Terwijl de koningen en enkele koninginnen in piramides werden begraven, bezaten andere leden van de koninklijke familie en veel hoge ambtenaren een graf wat door de vroege opgraver Mariette een mastaba werd genoemd. Deze graven met een bovenbouw in de vorm van een bank (mastaba in het Arabisch) waren voorzien van een toegankelijke offerkapel en een afgesloten schacht naar de eigenlijke grafkamer.

Schematische weergave van een mastaba met schacht naar de grafkamer

De offerkapel was meestal rijk versierd met reliëfs en beschildering en toonde de status van de grafeigenaar. Naast de naam, titels en afbeeldingen van de grafeigenaar bevatte de decoratie scènes uit het dagelijks leven, die allerlei onderwerpen lieten zien zoals landbouw, ambachten en voedselvoorziening, maar ook voorbereidingen voor de begrafenis en eindeloze rijen met offerdragers. Die offerdragers waren allemaal gepositioneerd richting de schijndeur, een stenen ‘deur’ met een afbeelding van de grafeigenaar achter een offertafel en een stenen offertafel op de vloer. Hier konden fysieke offers geplaatst worden. Ook kon het graf zogenaamde Ka-beelden bevatten, in steen gehouwen ‘reservekopieën’ van de grafeigenaar, en een afgesloten ruimte (serdab) met beelden van steen of hout.

Reliëf uit het graf van Qar waarop zijn begrafenis is afgebeeld (© Digital Giza)
(klik op de afbeelding om te vergroten)

Het Giza-plateau bestaat uit meerder grafvelden. In het Oostelijk grafveld lagen familieleden van Khufu begraven. Hier bevonden zich drie kleine piramides van koninginnen (Hetepheres I, Meritites I en Henutsen), maar ook een aantal dubbele mastaba’s van vooraanstaande personen zoals prins Kawab en Hetepheres II (de ouders van Meresankh III), en de mastaba van Meresankh zelf.

Overzicht van de Giza necropool met de verschillende grafvelden

Ook opzichters en priesters die de grafcultus van de koningen verzorgden lagen hier begraven, zoals Qar en Idu, wier tombes geregeld open zijn voor toeristen.

De schijndeur met het Ka-beeld van Idu (NvdB)Qar was opzichter van de piramidedomeinen van Khufu en Menkaure, en priester in de dodentempel van Pepi I tijdens de zesde dynastie. Idu was priester in de dodentempels van Khufu en Khafre in dezelfde periode. De twee waren hoogstwaarschijnlijk familie van elkaar, maar zowel Qar had een zoon die Idu heette als Idu een zoon genaamd Qar. In de mastaba van Idu is een interessant Ka-beeld te zien van de gezette grafeigenaar (een duidelijk teken van welstand) half verzonken in de grond, zijn armen geopend om offers te ontvangen als een ‘levende’ offertafel.

In het Westelijke grafveld liggen graven uit de vierde tot de zesde dynastie. Senedjemib Inti was vizier tijdens de regering van Djedkare Isesi in de vijfde dynastie, en zijn zoon Senedjemib Mehi die hem opvolgde werd uiteindelijk vizier van koning Unas. Deze mastaba’s zijn open voor publiek.

Aan de vele titels van Senedjemib Mehi kunnen we opmaken dat hij een succesvolle carrière had. Zo was hij onder andere opzichter van werkplaatsen, graanschuren, wapenarsenalen, ‘goudhuizen’ (de schatkist), koninklijke regalia, werken van de koningen, schrijvers van de koninklijke archieven en het koninklijke linnen.

De mastaba van Senedjemib Inti (NvdB)
Het grafbeeld van Hemiunu in Hildesheim (NvdB)

Ook Hemiunu, vizier en opperbouwmeester van de Grote Piramide van Khufu, lag hier begraven. Een beeld gevonden in zijn graf staat nu in het Pelizaeus Museum in Hildesheim. Het toont een serieuze, gezette man, wat past bij zijn hoge positie.

In het Centrale grafveld zijn vooral mastaba’s te vinden uit de late vierde dynastie, veelal familie van de koning, zoals ook de tombe van koningin Khentkaus.

Het rotsgraf van Debehen, opzichter van het paleis van Menkaure, bevat een biografische tekst die inzicht geeft in de bouw van zijn graf:

Het was de koning die deze plaats voor mij aanwees terwijl hij op de weg was naar de piramides om het werk te inspecteren aan de piramide genaamd ‘Menkaure is Goddelijk’… vijftig ambachtslieden werkten eraan elke dag… Zijne Majesteit beval dat de plaats moest worden vrijgemaakt van puin, en dat steen uit Tura gebracht moest worden om de kapel te bekleden… samen met twee deuren voor deze tombe, de opzichter van de ploeg en de twee opzichters van de ambachtslieden, en de timmerman van de koning en zijn steenhouwer, die me een levensecht beeld brachten… en de steenwerkers maakten de tombe honderd el lang en vijftig el breed…

Het Centrale grafveld met rotsgraven (© Digital Giza)

« Terug naar Giza