Tijdlijn

Eerste bewoners van het Nijldal

ca. 6000 v.Chr.
De eerste nederzettingen ontstaan langs de oevers van de Nijl. Eerder woonde men rond meren op de savanne (nu de Sahara-woestijn).

Fayum Neolithicum

ca. 5600-4400 v.Chr.
Een van de eerste landbouwculturen in Egypte ontwikkelt zich. Graan wordt bewaard in kuilen. Ook worden er dieren gehouden, gevist en gejaagd rond het Fayum-meer.

Vuurstenen sikkel om graan mee te oogsten

Naqada-periode

ca. 4000-3000 v.Chr.
Predynastieke cultuur gekenmerkt door versierd aardewerk, diervormige stenen paletten en grafgiften. Het schrift wordt ontwikkeld.

Naqada pot met woestijndieren, bergen en vogels

Narmer verenigt de twee landen

ca. 3150 v.Chr.
Koning Narmer verenigt Boven- en Beneden-Egypte tot één rijk. Dit wordt gezien als het begin van de eerste dynastie en het begin van de Egyptische beschaving zoals we die kennen.

Palet van Narmer dat de vereniging van de twee landen verbeeldt

Vroegdynastieke Periode

ca. 3100-2686 v.Chr.
De eerste en tweede dynastie. De hoofdstad Memphis wordt gesticht. Het schrift ontwikkelt zich verder en wordt gebruikt voor administratie. Centraal gezag en bureaucratie nemen toe.

Ivoren label met opschrift van koning Djet

Begin van het Oude Rijk

ca. 2686 v.Chr.
Egypte wordt een machtige staat onder een sterke farao. Het is een periode van stabiliteit en welvaart, waarin kunst en architectuur tot grote hoogten stijgen.

Het Oude Rijk kende machtige mannen en vrouwen

Trappenpiramide van Djoser

ca. 2650 v.Chr.
Het eerste monumentale stenen bouwwerk in de geschiedenis. Ontworpen door Imhotep voor farao Djoser in Saqqara. Deze trappenpiramide markeert het begin van de piramidebouw in Egypte.

De trappenpiramide

Piramidetijdperk

ca. 2600-2500 v.Chr.
De grote piramides van Gizeh worden gebouwd voor de farao’s Choefoe, Chefren en Menkaure. Deze bouwwerken behoren tot de zeven wereldwonderen van de oudheid. Ze staan symbool voor de hoogtepunt van de macht tijdens het Oude Rijk.

Bouw van de piramides

Einde van het Oude Rijk

ca. 2180 v.Chr.
Het centrale gezag valt uiteen door klimaatverandering, hongersnood en politieke instabiliteit. Lokale leiders grijpen de macht en Egypte raakt verdeeld. Dit leidt tot de Eerste Tussenperiode.

Hongersnoodscène op een monument van koning Unas

Eerste Tussenperiode

ca. 2180-2055 v.Chr.
Een tijdperk van politieke verdeeldheid en regionale machtsstrijd. Egypte is verdeeld tussen verschillende heersers en steden. Edelen in de provincie spreken van sociale onrust en hongersnood.

De lokale heerser Ankhtify beweert dat hij goed voor zijn onderdanen zorgde

Het Middenrijk

ca. 2055-1650 v.Chr.
Montoehotep II herenigt Egypte en vestigt het Middenrijk. De literatuur en kunst bloeien op tijdens deze periode van herstel. Thebe wordt een belangrijk cultureel en religieus centrum.

Hyksos-overheersing

ca. 1700-1550 v.Chr.
Buitenlandse heersers (de Hyksos) nemen de macht over in het noorden van Egypte. Ze introduceren nieuwe technologieën zoals strijdwagens en de samengestelde boog.

Het Nieuwe Rijk

ca. 1570-1070 v.Chr.
Na de verdrijving van de Hyksos bereikt Egypte zijn grootste macht en rijkdom. Grote veroveringen en monumentale bouwprojecten kenmerken deze periode. Beroemde farao’s zoals Hatsjepsoet, Achnaton en Ramses II regeren in deze tijd.

Regering van Hatsjepsoet

ca. 1480-1460 v.Chr.
Een van de weinige vrouwelijke farao’s. Na verloop van tijd presenteerde zich als mannelijke farao en liet zich met de godenbaard afbeelden. Haar bekendste bouwwerk is haar dodentempel in Deir el-Bahari. Onder haar regering bloeide de handel met Poent (waarschijnlijk Somalië).

Regering van Achnaton

ca. 1350-1335 v.Chr.
Amenhotep IV veranderde zijn naam in Achnaton en begon een religieuze revolutie. Hij introduceerde een soort monotheïsme met de zonnegod Aton als belangrijkste god. Ook stichtte hij een nieuwe hoofdstad ‘Achetaton’ (nu bekend als Amarna) en ontwikkelde een nieuwe kunststijl.

Achnaton met zijn vrouw Nefertiti en drie van hun dochters

Regering van Toetanchamon

1332-1323 v.Chr.
De jonge farao Toetanchamon herstelt de traditionele godsdienst na Achnatons religieuze revolutie. Hij sterft jong, maar zijn ongeschonden tombe zou in 1922 worden ontdekt door Howard Carter.

Regering van Ramses II

1279-1213 v.Chr.
Een van de machtigste en meest bekende farao’s. Bekend om zijn militaire campagnes, waaronder de Slag bij Kadesh tegen de Hittieten en zijn enorme bouwprojecten zoals de tempel van Abu Simbel. Hij regeerde 66 jaar en had meer dan 100 kinderen.

De rotstempel van Abu Simbel

Derde Tussenperiode

ca. 1070-664 v.Chr.
Na het Nieuwe Rijk volgt weer een periode van politieke verdeeldheid. De macht is verdeeld tussen koningen in Tanis en hogepriesterfamilies in Thebe. Libische en Nubische invloeden nemen toe in deze periode.

Het gouden masker van koning Psusennes

Late Periode

ca. 664-332 v.Chr.
Egypte kent een opleving onder de farao’s van de 26e dynastie. Handel en kunst bloeien opnieuw, maar buitenlandse dreigingen nemen toe. Er is een terugkeer naar klassieke Egyptische tradities in kunst en religie.

Eerste Perzische overheersing

525-404 v.Chr.
Koning Cambyses II van Perzië verovert Egypte en maakt het onderdeel van het Perzische Rijk. De Perzen laten lokale bestuurders grotendeels met rust en respecteren de Egyptische religie, maar Egypte is niet langer onafhankelijk.

Laatste Egyptische dynastieën

404-343 v.Chr.
Egypte herwint kortstondig zijn onafhankelijkheid onder inheemse heersers. De 28e, 29e en 30e dynastie zijn de laatste inheems Egyptische dynastieën die het land besturen.

Tweede Perzische overheersing

343-332 v.Chr.
De Perzen heroveren Egypte. Deze tweede bezetting is harder dan de eerste, met meer onderdrukking en plundering van tempels. Dit creëert veel weerstand onder de Egyptische bevolking.

Ptolemeïsche periode

323-30 v.Chr.
Alexander de Grote verovert Egypte en verdrijft de Perzen. Na zijn dood in 323 v.Chr. neemt zijn generaal Ptolemaeus de macht over en sticht de Ptolemeïsche dynastie. De Grieks-Macedonische heersers regeren Egypte vanuit de nieuwe hoofdstad Alexandrië.

Regering van Cleopatra VII

51-30 v.Chr.
De laatste Ptolemeïsche heerser en laatste farao van Egypte. Ze had relaties met Julius Caesar en Marcus Antonius om de Egyptische onafhankelijkheid te bewaren tegenover het opkomende Rome. Na haar nederlaag tegen Octavianus (later keizer Augustus) pleegde ze zelfmoord.

Einde van de Oudegyptische beschaving

30 v.Chr.
Na de dood van Cleopatra VII wordt Egypte een provincie van het Romeinse Rijk. Dit markeert het einde van het oude Egypte als zelfstandige beschaving na meer dan 3000 jaar geschiedenis.