Hiërogliefen vormen het schrift van de farao’s. Het ontstond rond 3100 v.Chr. aan de oevers van de Nijl. Letterlijk betekent de Griekse term ‘heilige tekens’. De Egyptenaren zelf noemden het ‘medoe netjer’ of ‘goddelijke woorden’. Hiërogliefen werden dan ook uitgehakt op de wanden van tombes, stèles en tempels. Voor dagelijks gebruik op papyrus en potscherven gebruikte men cursieve hiërogliefen die je met een rietpen kon tekenen, en hiëratisch, waarbij je tekens aan elkaar schrijft. De klassieke fase van de Oudegyptische taal wordt het Middelegyptisch genoemd.
Het hiërogliefenschrift bestaat uit zo’n 1000 verschillende tekens waarmee klanken, begrippen, woorden en zinnen kunnen worden gemaakt. Het heeft een grammatica met verschillende vormen en uitgangen. De eerste tekens die werden gebruikt waren letterlijke afbeeldingen, zodat een plattegrond van een huis ook ‘huis’ betekende:
𓉐
huis
Door de klank van dit teken (‘pr’, spreek uit: per) te gebruiken kun je ook andere woorden maken, als een soort rebus. Bijvoorbeeld ‘pri’ (spreek uit: peri), wat ‘uitgaan’ betekent, verduidelijkt met lopende beentjes:
𓉐𓂋𓂻
uitgaan
Er komt veel kijken bij het lezen van hiërogliefen, maar het is niet overdreven moeilijk. Als je goed bent in puzzelen dan kom je er zeker uit. Heb je vragen, dan kun je altijd e-mailen naar mail@egyptologie.nu.
Les 1: Hiërogliefen lezen
Les 2: Klanktekens
Oefening: Namen lezen
Les 3: Woorden lezen
Les 4: Determinatieven
Oefening: Dierennamen lezen
Les 5: Meerlettertekens
Les 6: Voorzetsels
Oefening: Godennamen lezen
Les 7: Geslacht
Les 8: Meervoud
Oefening: Koningsnamen lezen
Les 9: Bijvoeglijk naamwoord
Les 10: Werkwoorden
Oefening: Zinnen lezen
Les 11: Titels
Les 12: Cijfers en kalender
Oefening: Datering lezen
Overzichten:
Eenlettertekens | pdf
Tweelettertekens
Drielettertekens