Mummificatiewerkplaats onderzocht
In een mummificatiewerkplaats in Saqqara die in 2018 werd opgegraven is een nieuwe grafkamer ontdekt. De grafkamer bevat vier houten kisten in slechte staat van preservering. De ontdekking werd afgelopen seizoen gedaan door een Egyptisch-Duits team onder leiding van de Universiteit Tübingen.
Een van de houten kisten in een typische uitgeholde sarcofaag
Een van de kisten behoorde aan een vrouw genaamd Didibastet. Ze was begraven met maar liefst zes canopenvazen, waar er normaal gesproken vier werden meegegeven. Wat er precies in de canopenvazen zit wordt met CT scans onderzocht.
De begraven individuen waren naar hun inscripties priesters en priesteressen van een mysterieuze slangengodin genaamd ‘Niut-shaes’. Ze leefden tijdens de 26e Egyptische dynastie (ca. 600 v.Chr) in de hoofdstad Memphis, waar deze slangengodin mogelijk een tempel had.
Aan hun namen te zien waren ze mogelijk immigranten. ‘Ayput’ en ‘Tjanimit’ doen denken aan de Libische gemeenschap die zich vanaf de 22e dynastie (ca. 900 v.Chr.) in Egypte vestigde. Een van de priesteressen droeg een vergulden zilveren masker.
Chemische testen op het residu in de schalen en potten gebruikt voor mummificatie wezen op verschillende stoffen: bitumen, cederolie, pistache hars, bijenwas, dierlijk vet en mogelijk olijfolie. Het mummificeren van lichamen met deze kostbare benodigdheden was een goed verdienmodel in het oude Egypte.
De opgraving in Saqqara