De bavianen van Poent
De locatie van het land Poent is een goed bewaard Egyptologisch raadsel. We weten dat de Egyptenaren al tijdens het Oude Rijk met dit land handelden om luxegoederen te verkrijgen zoals wierook, goud, luipaardvellen (vooral in zwang bij priesters) en levende bavianen. Maar waar lag het precies? Verschillende locaties zijn geopperd, van de Rode Zeekust ten zuidoosten van Egypte tot Zuid-Arabië.
Een nieuwe studie van gemummificeerde bavianen toont aan dat de dieren uit het moderne Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië en Jemen komen. De bavianen zijn in Egyptische tempels en tombes gevonden, en zijn onderzocht door middel van isotopenanalyse. Dit soort onderzoek geeft inzicht in het voedsel wat de dieren aten en de omgeving waarin ze zijn opgegroeid.
Gemummificeerde baviaan uit de Tempel van Chonsoe in Karnak (British Museum EA6736)
De Egyptenaren waren zeevaarders. Reliëfs in de dodentempel van koning Hatsjepsoet in Deir el-Bahari (Luxor) tonen zeeschepen volgeladen met handel. Bavianen klimmen in het tuigage. Op de oever staat de imposante koningin van Poent, achter haar zijn huizen op palen te zien. Naast bavianen worden ook bomen met kluit en al in de boten geladen, waarmee Hatsjepsoet een boomgaard zou aanleggen bij haar tempel.
De zeeschepen van Hatsjepsoet vervoerden levende bavianen
Bavianen waren belangrijk voor de Oude Egyptenaren. De schrijversgod Thoth werd naast zijn gedaante als ibis ook als baviaan afgebeeld. In Hermopolis, waar deze god vereerd werd, stonden twee gigantische bavianenbeelden. Ze werden ook geassocieerd met de zonnegod Ra omdat ze ’s ochtends met veel kabaal de zonsopkomst verwelkomden. In Ouderijks mastaba’s zien we politieagenten afgebeeld op de markt die met behulp van bavianen de orde bewaken.
Beeld van de god Thoth in Hermopolis
De gemummificeerde bavianen die zijn onderzocht stammen uit het Nieuwe Rijk en de Ptolemaeïsche Periode. Twee soorten zijn aangetroffen: Papio hamadryas en Papio anubis. Exemplaren van de eerste soort kunnen worden herleid naar het gebied van Eritrea, Ethiopië of Somalië (het potentiële Poent). De tweede soort werd in Egypte gefokt om te worden gemummificeerd en verkocht aan pelgrims als votiefgaven (offers) aan de godheid.