Events
-
Nieuwe ontdekkingen in Thebe-West
Zaterdag gaf Piers Litherland, archeoloog uit Cambridge, een interessante lezing in het Mummification Museum in Luxor.
Hoewel het Dal der Koningen nagenoeg uitgeput is, zijn er nog veel koninklijke tombes uit de 18e dynastie zoek. Al in 1916 ondernam Howard Carter, later beroemd vanwege zijn ontdekking van het graf van Toetanchamon, een survey in de westelijke wadi’s bij Luxor. Daar vond hij onder andere de kliftombe van Hatsjepsoet (uit de tijd dat ze koningin was en nog geen farao), en van haar dochter Neferoere. Ook het graf van de drie buitenlandse prinsessen van Toetmosis III bevindt zich in een van deze wadi’s.
In 2014 had ik het voorrecht in dit gebied te lopen met Huib van Verseveld en Joost Golverdingen, die veel verstand hebben van de graffiti op de rotswanden. Het is een dor en droog gebied waar in de wijde omtrek geen leven is te bespeuren. Maar was dit altijd zo?
Piers Litherland stuitte met zijn onderzoek in de westelijke wadi’s op resten van zeer rijke begravingen. Hij vond ca. 80 albasten canopenvazen die moedwillig waren vernield. Een verzameling ondiepe kuilgraven met een kluwen aan schachten. Hoge kwaliteit halfedelstenen inlegwerk afkomstig van sarcofagen en meubels, vergelijkbaar met het inlegwerk op de tweede kist van Toetanchamon. De namen op de canopenvazen wezen op prinsessen met bijzondere epitheta, met verwijzingen naar de Atoncultus en bekwaamheid in dans.
Interessant was Litherland’s these over het klimaat van Egypte tijdens de 18e dynastie. De geologie van de grond in de westelijke wadi’s laat sporen zien van heftige regenval. Regen in de woestijn? Gezien afbeeldingen van vee en rijke begroeiing rond Malqata, het nabijgelegen paleis van Amenhotep III, moet het gebied eens groen zijn geweest. Heeft deze piek in globale warmte en vochtigheid (te zien aan Groenlandse ijskernen), de zogenaamde ‘Minoïsche Warme Periode’, bijgedragen aan de opkomst van het Nieuwe Rijk? Alleen hoge landbouwproductie kon volgens Litherland leiden tot de golf van monumentenbouw en gebiedsuitbreiding tijdens de 18e dynastie. Ook tijdens het Oude Rijk, Middenrijk en de Romeinse tijd zijn zulke warmteperiodes te bespeuren. Een interessante theorie die zeker meer aandacht verdient.
Raadsel blijft waarom de herinnering aan deze koninklijke vrouwen werd vernield. Op de canopenvazen zijn beitelsporen te vinden die wijzen op officieel verordeneerde destructie (beitels waren immers overheidsbezit). Mogelijk had dit te maken met de opkomst van de Atonreligie, maar hiervoor is meer onderzoek nodig.
-
De mysterieuze Nefertiti
Afgelopen weekend gaf Egyptoloog Aidan Dodson twee lezingen in Leiden voor de stichting Huis van Horus. De eerste lezing ging over Nefertiti, ‘de schone is gekomen’, vrouw van de controversiële koning Achnaton. In het begin van Achnaton’s carrière was hij nog niet getrouwd met Nefertiti, en werd hij afgebeeld naast de godin Maät (TT 55) of zijn moeder Teje (TT 192). Maar op den duur wordt Nefertiti zeer belangrijk en regeert ze mogelijk zelfs als koning. Op de sarcofaag van Achnaton (nu in de tuin van het Egyptisch Museum in Cairo), staat op de hoeken in plaats van de gebruikelijke vier beschermgodinnen vier keer Nefertiti afgebeeld. Het echtpaar krijgt in totaal zes dochters, waarvan er drie sterven tijdens een plaag die Egypte teisterde.
Aidan Dodson tijdens de lezing
Nefertiti was geen koningsdochter of -zuster, maar mogelijk de dochter van Eje (het hoofd van de strijdwagens en opvolger van Toetanchamon). DNA-studies uit 2010 lijken erop te wijzen dat Achnaton (als de mummie in KV 55 Achnaton is) en Nefertiti (als de vrouw gevonden in KV 35 Nefertiti is) volle broer en zus waren. Dodson wijst er echter op dat deze bevindingen nooit goed gepubliceerd zijn, en dat herhaaldelijke neef-nichthuwelijken hetzelfde genetische materiaal opleveren als een broer-zushuwelijk.
Lang werd gedacht dat Nefertiti ‘verdween’ na jaar 12 van de regering van Achnaton. Uit een inscriptie gevonden in steengroeves bij Deir Abu Hinnis blijkt echter dat ze in jaar 16 nog gewoon genoemd wordt.
Interessant is dat er beeltenissen verschijnen van twee koningen die elkaar verliefd aankijken (Berlijn ÄM 17813). Beide ‘heren’ dragen een koningskroon, de cartouches zijn echter niet ingevuld. In inscripties worden twee koningen genoemd die gelijktijdig regeerden: Achnaton en een zekere Smenchkare, maar ook Achnaton en een ‘Neferneruaten’. Lange tijd werden deze twee als één persoon gezien. Nu blijkt echter dat Neferneferuaten waarschijnlijk Nefertiti was, zoals ook te zien op de Berlijnse stèle. Veel materiaal uit Toetanchamon’s tombe was eigenlijk voor ‘Neferneferuaten Nefertiti’ bedoeld. Dodson benadrukt echter dat een enkele vondst de hele geschiedenis van deze zogenoemde ‘Amarna-periode’ weer op zijn kop kan zetten.
Stèle Berlijn ÄM 17813
-
De baard van Toetanchamon
Op zondag 19 juni gaf Christian Eckmann een lezing over zijn restauratie van de baard van Toetanchamon’s masker. In augustus 2014 was de baard eraf gevallen, en haastig gerepareerd met epoxylijm. Dit was echter geen mooie reparatie en bovendien zat de baard sindsdien een tikje scheef. In 2015 werd Christian Eckmann, metaalspecialist van het Römisch-Germanisches Zentralmuseum in Mainz, gebeld of hij dit topstuk kon repareren. In een bewaakte ruimte van het Egyptisch Museum in Cairo – tussen de mummies – is Eckmann met zijn Egyptisch-Duitse team weken bezig geweest om alle lijmresten van de baard en het masker microscopisch te verwijderen. Dit werd gedaan met houten gereedschap om het kostbare goud niet te beschadigen. Na vier weken waren masker, baard en de koker die de twee verbond van elkaar gescheiden.
Christian Eckmann bij het masker van Toetanchamon (foto: DPA)
Dit was gelijk het moment waarop het masker goed onderzocht kon worden. De Egyptoloog Nicholas Reeves heeft beweerd dat het masker eigenlijk is gemaakt voor koningin Nefertiti, de (stief)moeder van Toetanchamon, maar dit lijkt Eckmann onwaarschijnlijk. Indien er een ander gezicht in het masker was gesoldeerd, zou het glazen inlegwerk zeker beschadigd zijn. Ook zijn aan de binnenkant van het masker geen sporen te zien van een eerdere cartouche met de naam van Nefertiti erin.
Uiteindelijk werd de baard (die slechts 186 gram woog) gerepareerd door de koker met glasvezel aan de baard te bevestigen, de ruimte tussen koker en baard op te vullen met bijenwas, en vast te maken met een drupje smeltlijm. Belangrijk bij moderne restauraties is dat alles wat de restaurator doet, in de toekomst weer ongedaan gemaakt kan worden. In december 2015 was het werk voltooid.
Howard Carter bij de binnenste kist en mummie van Toetanchamon – baard nog intact
Het graf van Toetanchamon werd in 1922 ontdekt door de archeoloog Howard Carter, die samenwerkte met de geldschieter George Herbert Carnarvon. Het graf stond propvol voorwerpen, die allemaal netjes moesten worden gefotografeerd en gedocumenteerd, maar in 1923 was men eindelijk doorgedrongen tot de grafkamer. Pas 2,5 jaar later kwam Carter bij de binnenste sarcofaag. Foto’s uit die tijd laten zien dat de baard toen nog aan het masker zat. Echter de sarcofaag waar de mummie in lag was volgegoten met vloeibare zalf, waardoor alles aan elkaar gekoekt zat. Het geheel moest verhit worden tot 500°C, en nog duurde het uren om de mummie uit de kist te krijgen. Hierdoor brak het hoofd af en één van de armen. Gezien de omstandigheden in die tijd had Carter dit waarschijnlijk niet beter kunnen doen. In 1925 ging het beroemde masker naar Cairo, en op een foto uit de jaren 1930/40 zien we koning Farouk het masker bewonderen: de baard werd hier los onder het masker tentoongesteld. In 1946 werd de baard er weer aan gezet, een reparatie die bijna 70 jaar standhield. In Eckmann’s woorden over het recente ongeluk met de baard: ‘Shit happens’.
Koning Farouk bezoekt het Egyptisch Museum in Cairo – de baard ligt onder het masker