Achtergrond
-
Haak je eigen Egyptenaar
Mijn moeder is een fervent haakster. Van sushi tot kamelen, en natuurlijk ook Egyptenaren. Na model ‘Cleopatra’ (zie foto) is er nu de ‘Sennefer’, een simpel patroon voor de beginnende haker. Het is het meest rechtse figuurtje op de foto (niet in politieke zin). Veel plezier!
Patroon: Anja van de Beek
Afmetingen: ca. 9 cm
Gebruikte steken: losse (L), vaste (V), halve vaste (HV)Begin het hoofdje met huidskleur/roze:
1) Haak 2 L en haak dan 6 V in de eerste L, sluit met een HV
2) 2V in elke V (12)
4) 18 V
5) 2V in elke 3e V (24)
6) 24 V
7) 24 V
8) 24 V
9) Elke 3e en 4e samenhaken (18)
10) Elke 2e en 3e samenhaken (12)
11) Goud: 2V in elke 2e V (18)
12) Donkerblauw: 2 V in elke 3e V (24)
13) Goud: 24 V
14) Turkoois: 2V in elke 4e V (30)
15) Goud: 2V in elke 5e V (36)Met wit:
16) 36V
17) 36V
18) 36V
19) Elke 5e en 6e samenhaken (30)
20) Elke 4e en 5e samenhaken (24)Vul het hoofdje.
21) 3e en 4e samenhaken (18)
22) 2e en 3e samenhaken (12)Vul het lijfje.
23) Steken per 2 samenhaken (6)
Haal de draad door de laatste steken en trek hem goed aan.
Haren, met zwart:
Haak toer 1 t/m 8 en naai dit schuin op z’n bolletje.Knip twee oogjes van vilt en plak deze met textiellijm op het hoofdje of naai er twee kleine zwarte knoopjes op.
Sennefer in zijn graf in Luxor
-
Verzameling mummiekisten ontdekt in Luxor
Van het Ministerie van Oudheden in Egypte
In de Assasif-begraafplaats bij Luxor is een ‘cachette’ ontdekt van intacte, nog gesloten mummiekisten. De vondst bestaat uit dertig beschilderde houten kisten in voortreffelijke staat. De antropomorfe (mensvormige) kisten lagen opgestapeld en bevatten de resten van mummies. Tot nu toe zijn 23 mannen, vijf vrouwen en twee kinderen aangetroffen.
De kisten lijken naar hun uiterlijk uit de 21e-22e dynastie (Derde Tussenperiode) te komen, zo rond 1000 v.Chr. De cachette werd per toeval door Egyptische archeologen gevonden bij werkzaamheden aan graf TT 28 op de westoever van Luxor, het oude Thebe. De kisten kunnen in een cachette (her)begraven zijn om ze te beschermen tegen grafroof, iets wat in dit geval zeker is gelukt. Ze behoren toe aan priesters van de goden Amon en Chonsoe, die werden vereerd in de tempel van Karnak op de westoever van Luxor.
De kisten worden volgende maand overgebracht naar het Grand Egyptian Museum in Caïro.
Bronnen:
Exclusive Details of Coffins Cachette Discovery in Luxor
Live Exclusive Coverage: Dozens of Intact Ancient Egyptian Coffins and Mummies Discovered -
Marktvrouwen in het Oude Rijk
De mastabagraven van Saqqara en Abusir staan bekend om hun zogenaamde ‘scènes uit het dagelijks leven’. Deze scènes tonen allerlei aspecten van de samenleving in het Oude Rijk, zoals landbouw, handel, ontspanning en voorbereidingen voor de begrafenis van de elite grafeigenaar. De betekenis van deze scènes is op veel manieren uitgelegd, van symbolische regeneratie tot meer pragmatische en esthetische intenties. De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden. Het is duidelijk dat de scènes het eliteleven laten zien, en geen hiernamaals. Koning en goden zijn niet aanwezig. De decoratie was ongetwijfeld bedoeld om aantrekkelijk te zijn, om de offercultus aan te wakkeren en de naam en sociale status van de grafeigenaar te vereeuwigen. Ongeacht hun specifieke funeraire context kunnen de scènes ons veel leren over het leven tijdens het Oude Rijk.
Een van de zeldzamere onderwerpen die worden afgebeeld in graven rond de hoofdstad Memphis is de marktscène. Deze komt voor in slechts zeven graven in Saqqara, twee in het nabijgelegen Abusir, en tevens op de muren van de toegangsweg naar de piramide van Unas. De marktscène beslaat vaak meerdere registers, en toont verkopers en kopers van allerlei goederen: brood, bier, groente, vis, gevogelte, vlees, vaatwerk, linnen en gegraveerde zegels. Interessant is dat we individuele transacties zien plaatsvinden (zoals bier in ruil voor vis) en soms zelfs de relatieve waarde van de producten (zes Smd-broden voor twee eenheden zw.t-graan). De afgebeelde markt is drukbezocht en levendig, met handelaren die hun waren aanprijzen, klanten die onderhandelen, bewakers met aangelijnde bavianen en een verscheidenheid aan oude mannen, jonge mannen, vrouwen en kinderen.
In feite bevat de helft van de bewaarde marktscènes vrouwen die actief bezig zijn met het kopen en/of verkopen van waar. In het graf van Nianchchnoem en Chnoemhotep (hierboven afgebeeld) zien we een vrouw met een kind op sleeptouw die vijgen of granaatappels lijkt te kopen. Ze overhandigt een schaal aan de verkoper, om deze te vullen met fruit of om (de inhoud ervan) als ruilmiddel aan te bieden. In het volgende register is een vrouw bier aan het schenken in de schotel van een hurkende man die aan een lente-uitje knabbelt. Hij is afgeladen met boodschappentassen en zegt: “Vul me bij, ook al zit ik vol. De graan is van een goede soort.” De vrouw wordt Tn.t genoemd, verwijzend naar de schalen bier die ze verkoopt aan passerende klanten. Een register daaronder hurkt een vrouw bij een mand met drinkbekers, waarvan ze er een aanbiedt aan een passerende koper met buidel en ui. Hij draagt of biedt een waaier aan in ruil. De marktvrouw prijst haar waar aan met de woorden: “Zie, iets om uit te drinken.”
Een reliëffragment uit het Pushkin Museum dat past aan de marktscène in de tombe van Tepemankh II (hierboven afgebeeld) toont een kale man op een laag krukje, die een albasten schaal bekijkt, hem aangeboden door een vrouw in lange jurk. Ze vertelt hem de schaal te graveren met de woorden ‘voor de Ka-priester’. In haar hand houdt ze een bosje lente-ui. Om de vrouw heen vindt meer handel plaats: sandalen worden geruild voor graan, vis wordt geselecteerd uit een grote hoop, en een ‘politie’-baviaan bijt in de dij van een jongeman (die iets probeert te stelen?). Achter de graveur zijn hout- en metaalbewerkers te zien.
De eigenaar van tombe S 920 in Saqqara is helaas onbekend, maar een reliëffragment uit dit graf (hierboven afgebeeld) bevat een andere interessante scène. Een zittende vrouw verkoopt brood aan een vrouwelijke klant, die een schaal vasthoudt. Een andere vrouw schenkt bier in de kom van een hurkende man met een buidel. De tombe van Fetekta in Abusir laat ook vrouwen zien die handel drijven (hieronder afgebeeld). Een dame koopt olie, terwijl twee andere vrouwen verse vis willen kopen in ruil voor graan. Een van de kopers wordt bij naam genoemd: ze heet Minmeret.
Hoe kunnen we deze markten verklaren? De Oudegyptische economie wordt vaak beschreven als een systeem van redistributie, waarin de staat en de tempel van ongekend belang waren. Müller-Wollermann [1] verklaart de Egyptische economie op basis van de theorie van de econoom Karl Polanyi. Die onderscheidt drie typen uitwisseling: reciprociteit (de uitwisseling van geschenken tussen gelijken), redistributie (waarbij producten worden verzameld op een centraal punt en van daaruit worden verdeeld, zoals belasting en tribuut), en markthandel. Deze laatste wordt gekenmerkt door marktmechanismen zoals winstmaximalisatie en het verminderen van productiekosten. Volgens Polanyi bestond markthandel niet in ‘archaïsche’ samenlevingen waarin slechts het landbouwoverschot werd verhandeld. De Ouderijks marktscènes worden door Müller-Wollermann in plaats daarvan uitgelegd als ‘negatieve reciprociteit’, waarbij beide partners voordeel proberen te halen uit een transactie, en geen eerdere connectie hebben met elkaar.
Barry Kemp beweert in zijn bekende werk over de Oudegyptische samenleving dat, aangezien de Egyptenaren geen woord hadden voor ‘winst’, ze er simpelweg niet naar konden streven [2]. Toch schrijft hij de Egyptenaren een ‘adequaat zakelijk inzicht’ toe. Maar in onze marktscènes zien we een duidelijk onderscheid tussen verkopers (met hun manden vol waar) en klanten (met hun buidels, soms pauzerend om een biertje te drinken). We zien individuele transacties afgesloten worden, gesteggel over prijzen, luidkeelse aanprijzingen en ordebewaarders met bavianen. We zien hints van specialisatie, van visboeren, groentemannen, graveerders, stokkenverkopers en linnenhandelaren. We zien drinkstalletjes en klanten die betalen met hoeveelheden graan. Zelfs al was er geen woord voor ‘winst’ en was ‘de markt’ niet zo alomvattend als in onze moderne samenleving, toch kunnen we aannemen dat de oude Egyptenaren (zowel mannen als vrouwen) probeerden waar voor hun ‘geld’ te krijgen, en een slaatje te slaan uit hun transacties.
In een artikel uit 1980 claimen Hodjash en Berlev dat ‘de Egyptische markt zelden door vrouwen bezocht’ werd, en dat waar ze zijn afgebeeld, ‘altijd als kopers en klanten, nooit als verkopers’ [3]. De bovengenoemde voorbeelden schetsen een ander beeld.
Noten
- Müller-Wollermann, R., Warenaustausch im Ägypten des Alten Reiches, JESHO 28 (1985), 121-168.
- Kemp, B.J., Ancient Egypt: Anatomy of a civilization (2006), 323-324.
- Hodjash, S.I. en O.D. Berlev, A market-scene in the mastaba of DADA-m-anx (tp-m-anx), in: Altorientalische Forschungen 7 (1980), 31-49.