Archeologie
-
‘Oudste bierbrouwerij ter wereld’ herontdekt
In Abydos is een bijzondere vondst gedaan. Het Ministerie van Oudheden noemt het de mogelijk oudste bierbrouwerij ter wereld. De brouwerij zou uit de tijd van Narmer stammen, de eerste koning van een verenigd Egypte en dus van de eerste dynastie (ca. 3150 v.Chr.).
Archeologen vonden ruimtes met daarin aardewerken bassins in rijen, waarin graan en water werden verhit om bier te produceren. Door residuanalyse (het bestuderen van resten die zijn achtergebleven in de potten) kan worden nagegaan wat er voor ingrediënten zijn gebruikt. De rijen met vaten wijzen op de industriële omvang van de brouwerij.
De vondst is echter niet nieuw maar een herontdekking van een eerdere opgraving uit 1912 door de archeoloog T. Eric Peet. Hij werkte voor de Egypt Exploration Society in het noorden van Abydos. Onder de vroegste tombes in ‘Begraafplaats D’ vond hij een serie oudere structuren, die hij ‘graanovens’ noemde. Hij dateerde de installatie als Laat Predynastisch, maar de volledige omvang en functie bleef toen onbekend.
Bier was belangrijk voor de oude Egyptenaren, niet alleen omdat het dagelijks voedsel was (een minder alcoholische, meer voedzame versie dan ons moderne bier), maar ook omdat het samen met brood een van de belangrijkste offergaven was aan de goden en de overledenen. Er is berekend dat de installatie in Abydos zo’n 22.000 liter bier in een keer zou kunnen produceren. Het is echter niet de oudste brouwerij in Egypte. Ook in de predynastische stad Hierakonpolis werd al bier gebrouwen. Je leest er meer over op de website van deze opgraving.
Abydos is bekend om de impossante tempel van Seti I en de minder bekende tempel van Ramses II, maar ook voor de vroegste farao’s was dit al een belangrijke begraaf- en cultusplaats. De opgraving in Abydos is een samenwerking tussen Matthew Adams van New York University en Deborah Vischak van Princeton University.
Bekijk een filmpje van de opgraving uit 2020 »
Bronnen: Twitter | The Guardian | Abydos.org
-
Nieuwe vondsten in Saqqara
De een na de andere ontdekking wordt in Saqqara aangekondigd. Maar wat is er precies gevonden?
Dat Saqqara een rijke begraafplaats is was al bekend. Van de vroegste dynastieën tot de laatste Ptolemeïsche heersers zijn hier mastaba’s, rotsgraven, piramides, dodentempels en schachtgraven aangelegd. Er werd over elkaar heen gebouwd, bouwmateriaal hergebruikt en tombes overgenomen door latere generaties. Dus waar je je hak ook in het zand zet, je vindt hier altijd iets.
Zo ook wederom dit jaar. Het laatste nieuws is dat de volgende vondsten zijn aangetroffen, uit verschillende periodes van de Egyptische geschiedenis:
– De graftempel van koningin Nearit uit het Oude Rijk
– Grafschachten, kisten en mummies uit het Nieuw Rijk
– Een 4 meter lange papyrus met hoofdstuk 17 van het Dodenboek
– Beelden, speelgoed, houten boten en mummiemaskers uit het Nieuwe RijkEen van de kisten die is gevonden
De vondsten zijn gedaan door een team van Egyptische archeologen. De opgraving vond plaats in het gebied rond de piramide van koning Teti uit de zesde dynastie. Zoals te zien aan de vondsten werd dit gedeelte van de necropool ook tijdens het Nieuwe Rijk gebruikt. Het idee is geopperd dat koning Teti werd vereerd in deze periode, en dat men daarom rond zijn piramide begraven wilde worden. Naast de graftempel van zijn koningin werden ook mudbrick opslagplaatsen aangetroffen waar offers, gereedschap en tempelvoorraden werden bewaard.
Daarnaast zijn ten minste 52 schachten aangetroffen, van tien tot twaalf meter diepte, met daarin zeker 50 houten kisten uit het Nieuwe Rijk. De kisten waren antropomorf (mensvormig) en versierd met afbeeldingen van goden en vignetten uit het Dodenboek. Zo weten we dat dit deel van de begraafplaats niet alleen tijdens de Late Periode populair was, maar ook tijdens het Nieuwe Rijk.
Beschilderd mummiemasker
De necropool werd niet alleen gebruikt om mensen te begraven, maar hier bevonden zich ook de werkplaatsen waar de prachtige kisten werden gemaakt, en waar de doden gemummificeerd werden. De dood was tijdens het oude Egypte een lucratieve handel, en dan was het handig om dicht bij het vuur te zitten met je kistenwerkplaats. Ook is het aangenamer om op een afgelegen plek te mummificeren, weg van de woonplaats van de levenden.
De schachten bevatten beelden van de goden Osiris en Ptah-Sokar-Osiris, en een dodenboek behorend aan Poekhaef. Deze zelfde naam werd aangetroffen op vier shabtibeeldjes en een mensvormige kist. Daarnaast werden nog veel meer shabti’s van hout, steen en faience aangetroffen uit het Nieuwe Rijk. Ook werden houten mummiemaskers gevonden en een schrijn gewijd aan de god Anubis. Er waren zelfs spelborden bij ter vermaak in het hiernamaals.
Speelbord in de vorm van een offersteen
Een kalkstenen stèle van meneer Khaptah en zijn vrouw Moetemwia noemen onder andere een dochter genaamd Nefertari en een zoon Khaemwaset. Dat geeft mogelijk aan dat hun ouders zeer koningsgezind waren, net zoiets als dat je je dochters nu Amalia en Alexia zou noemen. Khaptah zelf was opzichter van de koninklijke strijdwagen tijdens de 19e dynastie.
Een grote hoeveelheid buitenlands aardewerk geeft bovendien aan dat Egypte tijdens het Nieuwe Rijk contacten had met Kreta, Syrië en Palestina.
De stèle van Poekhaef
-
De bavianen van Poent
De locatie van het land Poent is een goed bewaard Egyptologisch raadsel. We weten dat de Egyptenaren al tijdens het Oude Rijk met dit land handelden om luxegoederen te verkrijgen zoals wierook, goud, luipaardvellen (vooral in zwang bij priesters) en levende bavianen. Maar waar lag het precies? Verschillende locaties zijn geopperd, van de Rode Zeekust ten zuidoosten van Egypte tot Zuid-Arabië.
Een nieuwe studie van gemummificeerde bavianen toont aan dat de dieren uit het moderne Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië en Jemen komen. De bavianen zijn in Egyptische tempels en tombes gevonden, en zijn onderzocht door middel van isotopenanalyse. Dit soort onderzoek geeft inzicht in het voedsel wat de dieren aten en de omgeving waarin ze zijn opgegroeid.
Gemummificeerde baviaan uit de Tempel van Chonsoe in Karnak (British Museum EA6736)
De Egyptenaren waren zeevaarders. Reliëfs in de dodentempel van koning Hatsjepsoet in Deir el-Bahari (Luxor) tonen zeeschepen volgeladen met handel. Bavianen klimmen in het tuigage. Op de oever staat de imposante koningin van Poent, achter haar zijn huizen op palen te zien. Naast bavianen worden ook bomen met kluit en al in de boten geladen, waarmee Hatsjepsoet een boomgaard zou aanleggen bij haar tempel.
De zeeschepen van Hatsjepsoet vervoerden levende bavianen
Bavianen waren belangrijk voor de Oude Egyptenaren. De schrijversgod Thoth werd naast zijn gedaante als ibis ook als baviaan afgebeeld. In Hermopolis, waar deze god vereerd werd, stonden twee gigantische bavianenbeelden. Ze werden ook geassocieerd met de zonnegod Ra omdat ze ’s ochtends met veel kabaal de zonsopkomst verwelkomden. In Ouderijks mastaba’s zien we politieagenten afgebeeld op de markt die met behulp van bavianen de orde bewaken.
Beeld van de god Thoth in Hermopolis
De gemummificeerde bavianen die zijn onderzocht stammen uit het Nieuwe Rijk en de Ptolemaeïsche Periode. Twee soorten zijn aangetroffen: Papio hamadryas en Papio anubis. Exemplaren van de eerste soort kunnen worden herleid naar het gebied van Eritrea, Ethiopië of Somalië (het potentiële Poent). De tweede soort werd in Egypte gefokt om te worden gemummificeerd en verkocht aan pelgrims als votiefgaven (offers) aan de godheid.