-
Nieuws uit musea en archieven
Cairo
Het lijkt erop dat het Grand Egyptian Museum dit jubileumjaar (100 jaar na de ontdekking van het graf van Toetanchamon) dan ook echt open gaat. De laatste hand wordt gelegd aan de constructie en het interieur, zodat het geheel op 30 september opgeleverd kan worden. Het museum bevat twaalf zalen en zal 100.000 artefacten huisvesten, waaronder 5000 objecten uit het graf van Toetanchamon waarvan vele nog nooit zijn tentoongesteld.
Het GEM beslaat 500.000 m2 en is daarmee het grootste museum gewijd aan een enkele oude cultuur. Het museum bevindt zich op loopafstand van het Giza-plateau, en zal een boost moeten geven aan het toerisme in Egypte.
Wilt u mee op reis naar Egypte in November? Onder voorbehoud dat het nieuwe museum geopend is zullen we dit zeker bezoeken. Geüpdatete informatie verschijnt binnenkort op de website van Huis van Horus.
Een ander nieuw museum in Cairo is het National Museum of Egyptian Civilization. Deze prachtig vormgegeven collectie bevat een uitgebreide tour langs de Egyptische koninklijke mummies (eerder te zien in het oude museum aan het Tahrirplein), maar biedt nu ook ruimte aan een vaste tentoonstelling over textiel door de eeuwen heen. Van de predynastische periode tot de vroegmoderne tijd, dit museum is zeker een must voor bezoekers aan de stad.
Oxford
In het Bodleian Library is een tentoonstelling te zien over de ontdekking van het graf van Toetanchamon met veel nieuw ontsloten archiefmateriaal. In haarscherpe zwart-witfoto’s van fotograaf Harry Burton, samen met brieven, tekeningen en dagboeken van Howard Carter wordt het verhaal van de honderd jaar oude ontdekking verteld. Ook wordt de rol van Egyptenaren bij de opgraving belicht. Naast het Britse team werkten er 50 lokale Egyptenaren, waaronder kinderen, mee. Beroemd is de foto van de jonge waterdrager met een halsketting van Toetanchamon, die de eerste traptrede naar het graf zou hebben ontdekt.
Howard Carter deed minutieus verslag van alle schatten in het graf, omdat hij getraind was in het kopiëren van scènes van tombes en tempels. Wilt u meer weten over het leven van Howard Carter en zijn werk in Egypte voor en na de ontdekking? Op 1 juni geef ik een online lezing over het onderwerp tijdens de Toetanchamon maand van Huis van Horus. Op 21 juni volgt er een lezing over de tentoonstelling in het Bodleian.
Leiden
In het Rijksmuseum van Oudheden vindt vanaf 22 juni een kleine tentoonstelling plaats over het dodenboek van Qenna. Deze 17 meter lange papyrus is recentelijk gerestaureerd, en zal voor het eerst sinds de aankoop in 1835 volledig te zien zijn. Het dodenboek, een ‘gids’ met magische spreuken voor het hiernamaals, werd op de westoever van Luxor gevonden. Qenna leefde tijdens het Nieuwe Rijk en toen hij gemummificeerd werd kreeg hij de papyrusrol mee op zijn laatste reis.
Toen de eerste directeur van het museum, Caspar Reuvens, het dodenboek aanschafte op een veiling in Londen, liet hij de papyrus in stukken snijden. Een paar vellen werden tentoongesteld terwijl de rest zich in het depot bevond. De papyrus is enkele malen gerestaureerd, maar vaak deden deze pogingen meer kwaad dan goed. De afgelopen drie jaar is het dodenboek volgens moderne maatstaven gerestaureerd en geconserveerd met steun van de Vereniging Rembrandt.
Archiefnieuws
Het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten werd in 1939 opgericht, in de roerige periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Na de inval van de Duitsers werd de pas geopende bibliotheek gesloten, Joodse medewerkers uit de randstad geweerd, moesten onderduiken of verdwenen in kampen, en het academische werk lag nagenoeg stil. Op de website van Things That Talk kunt u een kijkje nemen in de directeurskamer van het NINO en meer leren over het instituut tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft een schenking van 36 glasnegatieven gekregen van de nabestaanden van Willem Johannes Oppenoorth (1883-1959). De afbeeldingen tonen Egypte in de jaren 1910, waarin het vroege toerisme en het sterk veranderde landschap en stadsgezicht van Cairo goed te zien zijn.
Het Museo Egizio in Turijn heeft haar archeologisch fotoarchief online beschikbaar gemaakt. Per site is te zien hoe het eraan toe ging tijdens vroege opgravingen, maar toont ook unieke beelden van objecten en in situ grafdecoratie.
Het graf van Iti en Neferu in Gebelein (link naar foto)
-
Nieuws uit Egypte
Saqqara
Poolse archeologen hebben in Saqqara een tombe ontdekt van een hoge ambtenaar uit de 6e dynastie. De vondst werd gedaan bij werkzaamheden rond het piramidecomplex van Djoser, ten westen van het graf van Merefnebef dat eerder door de missie werd ontdekt. De grafeigenaar heet Mehtjetju en was opzichter van de koninklijke domeinen en priester in de grafcultus van koning Teti.
De hoge sociale status van Mehtjetju wordt verraden door de kwaliteit van zijn grafreliëfs, die kunnen wedijveren met die van zijn buurman, de vizier Merefnebef. De onderliggende rots was echter broos, waardoor de inscripties zijn beschadigd. De grafdecoratie was waarschijnlijk incompleet: de facade bevat geen kleur, terwijl de zijwanden van de ingang geen reliëfdecoratie bevatten maar alleen figuren in zwarte inkt. Op de foto is te zien hoe een oryx wordt meegevoerd als offerdier.
Het graf zal verder worden onderzocht in het najaar van 2022.
Tekening uit het graf van Mehtjetju
Esna
De tempel van Esna heeft weer kleur! Nadat de tempel van Dendera onder handen is genomen was ook de tempel van Esna aan de beurt. Onder een dikke laag roet op het plafond kwamen prachtige afbeeldingen vandaan van de gier- en cobragodinnen Nechbet en Wadjet. Sinds 2018 zijn onderzoekers van de Tübingen Universiteit en het Egyptische ministerie van oudheden (o.l.v. Dr. Hisham el-Leithy) aan het werk om de oorspronkelijke beschildering aan het licht te brengen. 2000 jaar aan roet en viezigheid wordt met zorg weggepoetst. Door de zuilen, architraven en het plafond te reinigen kon de decoratie ook van dichtbij gedocumenteerd worden.
Van de tempel van Esna, die 60 km ten zuiden van Luxor ligt, is alleen de voorste hal (pronaos) bewaard gebleven – de rest ligt onder bebouwing. Dit gedeelte van het bouwwerk is door keizer Claudianus (41-54 v.Chr.) voor de tempel gezet. De tempel ligt tegenwoordig midden in de stad en je moet een trap afdalen om het tempelterrein te bereiken.
Kleurrijke godinnen in de tempel van Esna
Sinaï
In Tell el-Farama in het noorden van Sinaï heeft een Egyptische archeologische missie een tempel ontdekt. De tempel stamt uit de Grieks-Romeinse periode en is gewijd aan de god Zeus. De archeologen hebben resten aangetroffen van een mudbrick gebouw en granieten blokken die mogelijk een trap vormden. De poort van de tempel bestond uit roodgranieten zuilen van 8 meter hoog, en de latei bevat een tekst die verwijst naar Zeus Kasios, een god die Zeus combineert met de berg Kasios op de grens tussen Syrië en Turkije. De berg, nu Jebel Aqra genoemd, wordt vaak geteisterd door onweer wat de associatie met Zeus verklaart.
In de 20e eeuw vond de Franse Egyptoloog Jean Clédat al Griekse inscripties met de naam Zeus Kasios in het gebied, toen hij op zoek was naar Christelijke resten. De site is toen nooit verder onderzocht.
Inscripties wijzen erop dat o.a. keizer Hadrianus (117-138 n.Chr.) aan de tempel heeft verbouwd. De architectuur van het gebouw zal verder in kaart worden gebracht met behulp van fotogrammetrie.
Resten van de tempel van Zeus
-
Egypte in vogelvlucht: een reisverslag
In februari dit jaar bezocht ik Egypte samen met mijn jongere zus Rachel. Zij was er nog nooit geweest, dus ik wilde de volledige tour doen van noord naar zuid. Met treinen, bootjes en taxi’s hebben we het land verkend. Wat hier volgt is een reisverslag.
Na de vlucht van Frankfurt naar Cairo werden we opgehaald door taxichauffeur Islam (overdag percussionist) die ons met veel souplesse door nachtelijk Cairo reed. Van het vliegveld in het oosten van de stad naar ons guest house in Giza was een flinke rit, langs de citadel, het nieuwe NMEC museum en eindeloze torenflats, die bovendien deels afgebroken zijn om plaats te maken voor meer asfalt. Zelfs na enkele jaren niet in Cairo te zijn geweest was de stad merkbaar veranderd en nog meer uit de kluiten gegroeid.
In Giza verbleven we in het Atlantis Pyramids Inn, gekozen vanwege de beschrijving van de kleurrijke eigenaren (Isa en Soso) en het ongeëvenaarde uitzicht. Er gaat niets boven een panorama aan piramides en de sfinx, terwijl toeristen voorbij sjokken en paardenkarren en kamelen het plateau opstuiven in de ochtendzon. Met een versterkend ontbijtje van foul, ta’meya en nescafé.
Die eerste dag bezochten we het Egyptisch Museum aan het Tahrirplein, een stoffige verzameling van negentiende eeuwse vitrines met eindeloze kunstschatten, stèles, beelden, papyri, kisten en de restanten van Toetanchamon’s grafinhoud die nog niet naar het nieuwe Grand Egyptian Museum zijn gebracht.
Houten beeld van de Sheikh el-Beled (Ka’aper) Meidum-ganzen Beeld van Rahotep en Nofret Senenmut en prinses Neferure De reusachtige sarcofaag van koningin Merytamun Er wordt nog gewerkt aan de schrijn van Toetanchamon Na een vogelvlucht door de Egyptische geschiedenis en een limoen-muntsapje bij de Beano’s togen we naar Islamitisch Cairo om de Sultan Hassan moskee te bekijken, een oase van rust in de altijd drukke stad. Met het wifi-netwerk in het café hadden we een Über besteld, en dit is een prima manier om Cairo door te komen zonder continu te onderhandelen. Omdat mijn simkaart verlopen was had ik echter nog geen mobiel internet, dus na de moskee liepen we op goed geluk (en met twee behulpzame jongens die ons de Blauwe Moskee wilden laten zien na sluitingstijd) richting de Khan el-Khalili.
Na heel Oud Caïro te hebben doorkruist en een goede indruk te hebben gekregen van zeker een miljoen van Caïro’s 20 miljoen inwoners probeerden we een taxi terug naar Giza te krijgen, wat echter moeilijk bleek. Het was een vakantiedag, iedereen was op de been, en niemand had zin om eindeloos in de file te staan. Uiteindelijk kostte het ons een kapotte taxi met walmende motor, tussentijdse toiletbezoeken en ruzie met een tweede taxichauffeur om ’thuis’ te komen, waar het dichtstbijzijnde restaurant zojuist de keuken had gesloten. Met Kentucky Fried Chicken van twijfelachtig allooi kropen we dus ietwat vermoeid onder de dekens, met de verwarming aan welteverstaan want het was toch wel koud.
De volgende dag besloten we het rustiger aan te doen en naar Saqqara te gaan. De vorige dag hadden we een aardige gepensioneerde taxichauffeur gevonden (ik heb beloofd zijn nummer te geven aan eenieder die in de buurt van Giza komt), die ons met zijn 40 jaar oude Fiat netjes naar Saqqara bracht. Daar bezochten we de piramide van Djoser, inclusief de imposante schacht met monumentale sarcofaag waar de koning begraven lag, en de piramide van Unas met zijn piramideteksten en verborgen scène van de koning die speervist in het moeras. Daarna enkele Ouderijks mastaba’s, de Nieuwerijks tombes van Maya, Horemheb en Meryneith (op deze plek heb ik zelf opgegraven in 2010), en de tombes in het Bubastieion. Mohamed bracht ons terug naar Giza, en na een avontuur bij de Vodafone winkel en een half pond pasta met een beetje saus was ook dit een geslaagde dag.
Het piramidecomplex van Djoser Waterleven in de mastaba van Idut In de ondergrondse kamer van Maya en Meryt Hathorkoe in het graf van Nemtymes Onze taxi Op dag drie bezochten we dan eindelijk de piramides waar we al twee dagen op uitkeken. Het was druk op de site vanwege de Egyptische vakantie, en het leek alsof iedereen behalve de piramides ook gekke buitenlanders wilde fotograferen. Volgens mijn zusje is dat omdat toeristen nu eenmaal bij de attractie horen. Na een picknick bij de piramides en een bezoekje aan de mastaba van Qar (waar iedereen helaas met zijn vette vingers aan de reliëfs zat), genoten we van de zonsondergang op het dakterras omdat we die avond de slaaptrein naar Aswan zouden nemen.
Zus en sfinx De mastaba van Qar Zonsondergang Moord in de Caïro-Aswan Express Op het station van Giza werden we door de stationschef naar de ‘vip lounge’ begeleid, waar we uiteraard andere Nederlanders troffen. De trein was een avontuur op zich: veel gehobbel door nachtelijk Egypte, een iets te kort bedje en op en neer naar het toilet door de spannende Murder on the Orient Express gang. Het is leuker dan vliegen, maar je komt wel wat gebroken aan.
Knipperend tegen de felle zon stonden we die ochtend op het station in Aswan, waar we direct kaartjes kochten voor de trein naar Luxor twee dagen later. Na enige verwarring met de taxichauffeur namen we de ferry naar Elefantine, een eilandje in de Nijl. Hier verbleven we in het Mango Guest House, een prachtig schone, verzorgde locatie met heerlijk ontbijt in de tuin. Die middag hebben we niets anders gedaan dan lunchen bij het Bob Marley restaurant (heerlijke tajine’s) met uitzicht op de Nijl en reggae-muziek.
Elefantine Bob Marley restaurant Op dag vijf hadden we als doel om de tombes van Qubbet el-Hawa te bekijken, en mijn zusje wilde op een kameel. Altijd als je een specifiek doel en tijdspad hebt in Egypte gebeurt er ongeveer dit: bootje naar de westoever, kaartjes kopen en constateren dat de wc’s wel erg vies zijn. Een aardige meneer biedt het huis van zijn vriend aan in het Nubische dorp om even naar de wc te gaan. Vervolgens kent hij ook wel iemand met een kameel en/of paard, dus volgen we hem gedwee door het dorp, steeds verder weg van ons doel. Die persoon had weer een buddha bar/hippie kampement en voor je het weet zit je thee te drinken, uitgenodigd voor het eten en verwikkeld in een discussie over hallucinogene middelen in het Oude Egypte. Na enig aandringen werd er dan toch een kameel gebeld, wat bleek een tienjarig jongetje met de illustere naam Chocolata (de naam van het jongetje, niet de kameel, bij navraag). Ondergetekende er tegen haar zin op een paard zonder zadel achteraan. Boven gekomen bezochten we de tombes van Harkhuf (met de dansende dwerg), Sarenpoet, Mehu en Sabni.
Zus op kameel Eindelijk boven Sabni vissend en vogelend in het moeras Naast het bezoeken van de Ouderijks en Middenrijks graven hier hadden we namelijk nog een Geheime Missie, die te maken had met de laatste wens van mijn moeder. Hiervoor moesten we met een bootje dat telkens afsloeg maar uiteindelijk prima werkte naar het Nubische strand bij de eerste cataract van de Nijl. Onderweg zagen we het prachtige natuurschoon van Aswan, de eilandjes, vogels, woestijn die tot aan het water reikt, en overwoog ik even om hier te blijven wonen. Na het uitvoeren van de Geheime Missie en wat gepoedel in de koude Nijl genoten we opnieuw van een tajine bij Bob Marley, en zo was ook deze prachtige dag ten einde.
Uitzicht op de Nijl Hier ga ik wonen Te veel eten Na het aanbreken van de nieuwe dag besloten we op het eiland te blijven en het kleine, stoffige museumpje Animalia te bezoeken, een soort openluchtmuseum over het Nubische leven met uitleg, thee, foto’s en enkele aandoenlijke taxidermische exemplaren die hun beste tijd hebben gehad. Na een bakje heilzame koshary bij het station namen we vervolgens de hobbeltrein naar Luxor, waar we in het oude vertrouwde Nile Valley Hotel verbleven op de westoever.
Uitleg in Animalia In de trein met veel airco De stroomrekening van Luxor Op de eerste volle dag in Luxor stond Deir el-Medina op het programma, waar vriend Ayman Amer aan het werk was voor de Franse missie. We bezochten alle geopende tombes, waarvan Nakhtamon altijd speciaal is door zijn nonchalante kunststijl, uitgevoerd in slechts vier kleuren. Ook het Ptolemeïsche tempeltje bezochten we en na een heerlijke lunch in de tuin van Marsam zijn we nog even naar de kolossen van Memnon gelopen.
De tombe van Nakhtamon in Deir el-Medina Marsam Kolossen van Memnon De volgende dag namen we een bootje naar Karnak, waar het erg druk was maar eigenlijk alleen in de zuilenhal. Als je iets verder loopt naar het Open Air Museum met de barkschrijnen van Sesostris III en Hatsjepsoet is er bijna niemand om je heen. We bekeken ook de zorgvuldig uitgehakte reliëfs van Hatsjepsoet in het ‘Paleis van Maät’ en de ‘botanische tuin’ van koning Toetmosis III. We liepen rond het complex langs het heilige meer, door de tempel van Khonsu en constateerden dat je nu vanaf deze kant ook de sfinxenlaan kunt betreden. Wil je echter de gehele afstand lopen (2,7 km tussen de tempels van Luxor en Karnak) dan moet je kaartjes kopen voor beide tempels. Het was erg warm dus dat was dit keer niet aan de orde. In de Opet tempel konden we een blik werpen omdat er zojuist een groep met de bewaker aan kwam, maar de gids van die groep wilde ons er liever niet bij hebben. Na Karnak was het zwembad aan de beurt, gevolgd door een wandeling over de westoever en een heerlijk diner (kip, altijd kip) bij het Amon Hotel.
De witte kapel van Sesostris III De watertaxi Wandelen over de westoever Op dag negen had mijn zusje online college om te volgen, dus hebben we verder ontspannen, geluncht bij Aboudy, boeken gekocht en gelezen, gewandeld door de tuin van het Winter Palace Hotel en gegeten op het dakterras.
Noodzakelijk kwaad Gele hibiscus in de tuin van het Winter Palace Hotel De Nile Valley salade De dag daarop hadden we afgesproken met de dames die we ontmoet hadden in de trein, die de trip gebruikten om inspiratie op te doen voor hun monoprintstudio. We bezochten de tombes van de Edelen (Qurna en Khokha) met de vele prachtige afbeeldingen, motieven en plafonds in mijn favoriete pastelkleuren. Het graf van Rekhmire, met een plafond dat schuin omhoog loopt om meer ruimte te bieden voor de vele grafscènes, is tevens geschikt om aria’s te zingen. Na wederom een heerlijke lunch bij Marsam, in de schaduwrijke tuin met uitzicht op de velden, bezochten we de twee kunstgallerieën (Luxor Art Gallery en Nun Art Gallery) die Luxor inmiddels rijk is. Bij deze laatste (Wannas Art Café) genoten we tevens een feestmaal van vegetarische tajine’s, een primeur in Luxor, met genoeglijk slapende kat op schoot.
Het druivenplafond in het graf van Senneferi Ambachten in het graf van Rekhmire Detail in het graf van Menna Omdat het toch vakantie was hebben we ook de volgende dag ontspannen, met een bezoek aan ACE (Animal Care in Egypt) waar we wat spullen voor hadden meegenomen. Deze stiching biedt gratis diergeneeskundige zorg aan werkdieren en huisdieren in Luxor. Helaas is dit zeer nodig in Egypte, omdat dieren nog steeds slecht worden behandeld door geldgebrek of onwetendheid. Daarom doet ACE ook aan educatie, en bieden ze stages en vrijwilligersplekken. We hebben ezeltjes en katten geaaid, Wilma het schildpad blaadjes sla gevoerd en een rondleiding gekregen over het zeer goed verzorgde terrein. Vervolgens na een sapje bij Aboudy de souk bezocht, en tot het einde van de markt onderhandeld over een paar stuks blanco papyrus.
Felix de ezel (links) Wilma het schildpad Wachtend op een nieuw baasje Op de laatste dag bezochten we de tempel van Hatsjepsoet in Deir el-Bahari, met zijn bijna moderne strakke lijnen tegen de grillige rotswand gelegen. We namen onze tijd om alles goed te bekijken en hebben daarna aan het zwembad en op het dakterras genoten van de laatste zonsondergang in Luxor. Mijn zusje vond het een mooie reis en wil zeker een keer terugkomen!
Heb je ook zin om Egypte bezoeken? Eind november begeleid ik een tiendaagse reis naar Caïro en Luxor met de stichting Huis van Horus. Er zijn al veel geïnteresseerden, maar hier vind je meer informatie.
Voor de liefhebbers nog een selectie van katten op deze reis:
Bob Marley restaurant Wannas Art Café Mijn persoonlijke favoriet