• Achtergrond,  Musea,  Reviews

    Topstukken van het RMO

    Voor het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden mag ik het nieuwe Topstukkenboek reviewen. Het vorige boek waarin honderd topstukken uit de collectie werden beschreven stamt uit 2009. Het nieuwe boek kwam uit in 2020 en valt op door de mooie vormgeving. Het is in de winkel van het RMO in twee talen (Nederlands en Engels) verkrijgbaar. Waar het oude boek slechts een voorwoord bevat en gelijk in de objecten duikt, vertelt het nieuwe boek ook iets over hoe de museumcollectie tot stand is gekomen.

    Het RMO begon als ‘archeologisch kabinet’ van de Universiteit Leiden met een verzameling beelden die stond opgesteld in de Oranjerie van de Hortus Botanicus. Door aankoop van collecties, zoals de Egyptische verzameling van Giovanni d’Anastasi, werd het RMO een belangrijk museum in Europa. In die tijd bevatte het museum nog ‘Oost-Indische’ kunst, maar ook al vondsten van opgravingen in eigen land. In 1903 ging de ‘volkenkundige’ verzameling naar wat nu het Museum Volkenkunde is.

    Het Archeologisch Cabinet in de Oranjerie van de Hortus Botanicus

    Toen Nederlandse teams na de Tweede Wereldoorlog zelf in het Midden-Oosten en Egypte gingen graven en er wetgeving kwam om het verzamelen tegen te gaan, veranderde de rol van het museum. Erfgoedbeheer, preservatie en onderzoek staan nu meer op de voorgrond. Eigenlijk bevat het museum een gekke combinatie van oudheden uit Egypte, het Nabije Oosten en de Klassieke Wereld aan de ene kant, en Nederlandse archeologie aan de andere kant. Dit past binnen het oude verhaal van het Midden-Oosten als bakermat van de beschaving, via de Grieken en Romeinen aan de Europeanen doorgegeven. Maar is dit verhaal vandaag de dag nog relevant?

    De RMO-collectie bevat natuurlijk niet alleen maar topstukken. Het gros van de archeologie bestaat uit gebroken aardewerk, botfragmenten en vuursteenscherven. Elke archeologiestudent is daarmee bekend. Maar af en toe stuit je toch op parels in de Nederlandse klei of in de woestijn van Egypte: een gave Romeinse terra sigillata-pot, of een graftombe met ongeschonden reliëfs. Dus ondanks dat Indiana Jones niet meer van deze tijd is, waan je je als archeoloog soms toch nog een schatgraver, op je buik door het mummiestof, op zoek naar resten van een oude beschaving.

    Reliëf in de grafkelder van Maya in Saqqara, ontdekt in 1986

    In het nieuwe Topstukkenboek staan de objecten op volgorde van binnenkomst in het museum, waardoor je de collectie als het ware ziet ontstaan. Bij elk object staat een datering, herkomst, afmetingen, hoe en wanneer het in het museum is gekomen en, niet onbelangrijk, het inventarisnummer. Zo kun je in de vernieuwde collectiezoeker op de website voor elk object literatuurverwijzingen en meerdere foto’s vinden. Elk topstuk is voorzien van achtergrondinformatie (meer dan in het vorige boek) en smaakvolle (nieuwe) foto’s.

    Op p. 25 wordt bijvoorbeeld de mummie van Anchhor besproken. We lezen dat de mummie met röntgen en CT is onderzocht, en dan het pakket een man van in de vijftig bevat met slijtage aan tanden en botten. Hij had diverse amuletten en ringen om zijn lijf, die verschoven zijn alsof de mummie een tijd rechtop heeft gestaan. Hij behoorde tot een Thebaanse priesterfamilie die in Deir el-Bahari werd begraven. De negentiende eeuwse verzamelaar vermeldde onterecht dat de mummie in een rotsgraf in Cyprus zou zijn gevonden.

    De mummie van Anchhor

    Bij het beeldje van de Leidse schrijver (p. 33) wordt verteld waarom beelden zo belangrijk waren voor de grafeigenaar, waarom je beter schrijver kon worden dan een ander beroep uitoefenen (‘De rietsnijder heeft last van de muggen, de vogelvanger van krokodillen in de Nijl’), en hoe lastig het was om een beeld te maken uit het loodzware granodioriet dat gewonnen werd in Aswan. De teksten zijn informatief en leuk om te lezen.

    Door de volgorde valt op dat de meeste Egyptische stukken tijdens de negentiende eeuw zijn aangekocht. Een van deze aankopen, de imposante beelden van Maya en Merit (p. 49) leidde tot diverse ontdekkingen in de woestijn bij Saqqara sinds de jaren 1980. Als je op reis gaat naar Egypte kun je daar zelf alle door de Nederlanders (en Britten) ontdekte graftombes bekijken, waaronder ook het graf van Horemheb (p. 69). Een beeld in een museum is één ding, maar de combinatie van landschap, architectuur, archeologische context en de objecten zelf vertelt nog veel meer over een oude cultuur.

    De meest recente Egyptologische aanwinst is het zitbeeldje van koning Ninetjer (p. 201). Slechts 13,5 cm hoog (waarom lieten vroege farao’s toch zulke grote piramides, maar kleine beeldjes maken?) en gemaakt van kwartsiet, toont het de koning in zijn jubileumgewaad. Deze koning liet trouwens nog geen piramide bouwen, dat kwam pas later in de mode. Hij is begraven in een groot rotsgraf in Saqqara. We weten dat het om Ninetjer gaat omdat zijn naam in hiërogliefen in de zijkant is gekerfd. Het beeldje was lange tijd zoek omdat het in een privéverzameling zat.

    Een andere vrij recente aankoop (2000) komt oorspronkelijk uit Nubië, voorbij de eerste cataract van de Nijl bij Aswan. Hoewel de Nubische beschaving lange tijd werd gezien als een ‘kopie’ van de Egyptische, werpt recent onderzoek nieuw licht op de zaak. De Nubische heersers bouwden steden, tempels en piramides en veroverden rond 722 v.Chr. een groot deel van Egypte. De hoofdstad van het koninkrijk Koesj lag bij Napata, waar deze twee beddenpoten vandaan komen (p. 181). Ze stellen kattenfiguren voor met een mensenhoofd, in een bijzonder mengeling van Nubische en Egyptische elementen. Deze poten waren eens onderdeel van een meubelstuk dat werd meegegeven in het graf van een Nubische koning.

    Zelf wist ik al dat ik Egyptologie wilde studeren nog voor ik de mummies en grote Achnaton-beelden (van de expositie Farao’s van de Zon) in het Rijksmuseum van Oudheden had gezien. Maar als er een plek is waar de oudheid tot leven komt, waar nog steeds onbeantwoorde vragen liggen voor onderzoekers, en waar je je even in het verleden kunt wanen, dan is het wel dit mooie museum in Leiden.

  • Archeologie,  Nieuws

    De verloren stad van Luxor

    Een 3400 jaar oude nederzetting gebouwd door Amenhotep III is gevonden in het zand van Luxor. De zoon van deze koning, de latere Achnaton, verliet de nederzetting om een eigen hoofdstad te stichten in Midden-Egypte.

    Achnaton noemde zijn nieuwe stad Achetaton, ‘horizon van de zonneschijf’ en regeerde er enkele jaren met koningin Nefertiti aan zijn zijde. Zijn zoon Toetanchamon zou de controversiële stap om alleen nog maar de zonnegod Aton te vereren uiteindelijk terugdraaien.

    Overzicht van de verloren stad

    Archeoloog Zahi Hawass kondigde afgelopen week aan dat hij een ‘verloren gouden stad’ had ontdekt in Luxor. Het gaat hier om een vindplaats uit de 18e dynastie, ten tijde van koning Amenhotep III die regeerde rond 1350 v.Chr. De site ligt tussen de graftempel van Amenhotep III en Medinet Habu, de graftempel van Ramses III die twee eeuwen later werd gebouwd.

    Op de opgraving werden mudbrick muren aangetroffen tot drie meter hoog, en stapels artefacten uit de tijd van Amenhotep III. Dit zijn dagelijkse voorwerpen die te maken hebben met de artistieke en industriële productie ter ondersteuning van de hoofdstad Thebe. Er zijn huizen van werklieden, een bakkerij en keuken, administratieve gebouwen, artefacten van glasproductie en zelfs een begraafplaats met rotsgraven.

    Dagelijks vaatwerk met inscriptie in hiëratisch

    Een vat runderbouillon bevat een datering uit jaar ’37’, toen Amenhotep III en zijn zoon mogelijk samen regeerden. Er lagen bovendien scarabeeën, bakstenen en vaten met het zegel van Amenhotep III. Juist omdat zoonlief de stad achterliet is deze zo goed bewaard gebleven. Het biedt een kijk op het dagelijks leven in het Oude Egypte die kan worden vergeleken met het nabijgelegen arbeidersdorp Deir el-Medina.

    Vergelijkbare golfvormige muren werden gevonden ten noorden van Malkata, het paleis van Amhenhotep III. In een publicatie uit 1936 van het Franse Instituut (IFAO) worden deze muren op een foto getoond. Het nieuwe opgravingsgebied ligt echter nog noordelijker hiervan. Net als de pas gehouden mummieparade moeten dit soort ontdekkingen een boost geven aan het toerisme in Egypte.

    Kaart van de twee opgravingsgebieden door Vicky Jensen

    Bronnen: Ahram | The Guardian | National Geographic

  • Events

    Lezingen in april

    Dinsdag 13 april

    Nicky van de Beek (PhD student JGU Mainz)
    De wonderbaarlijke reizen van Alexine Tinne

    Kosten: gratis voor donateurs van Huis van Horus, €5 voor niet-donateurs

    Alexandrine Pieternella Françoise Tinne (1835-1869) was de dochter en erfgenaam van een vermogende handelaar, woonachtig in het deftige Den Haag. Naast haar passie voor fotografie hield ze er een voor die tijd ongebruikelijke reislust op na. Na de obligatoire winters in Italië en een hachelijke reis naar Scandinavië doet een griep in de Alpen haar uitwijken naar warmere oorden. Ze scheept in op een boot met bestemming Alexandrië, Egypte – een reis die de loop van haar leven zou bepalen.

    Inschrijven

    Zaterdag 17 april

    Professor Rosalie David
    Egyptian Mummies And Modern Science

    Kosten: £6

    This unique facility uses medical and scientific tools to examine Egyptian mummies and humans for the physical evidence of disease, diet, medical and pharmaceutical treatments and religious practices to gain a better understanding of what life was like in Ancient Egypt. This talk will also describe current fieldwork being undertaken by the KNH Centre Missions in Egypt.

    Meer informatie

    Zaterdag 17 april

    Dr Joanne Backhouse (University of Liverpool)
    Body Art: fashion statement or status indicator

    Kosten: £5

    Through this lecture Joanne will examine the manifestations of body art, both on physical remains and decorative works of art from the Predynastic to the Coptic period. The relationship between the two datasets (physical remains and decorative arts) will be analysed. The significance of the imagery will be considered to evaluate the meaning of the adornment. Until the discovery of markings on ‘Ginger’, all physical evidence from ancient Egypt was found on the female form. The only males depicted with body art in Pharonic Egypt are foreigners – Libyans.

    Inschrijven

    Dinsdag 20 april

    Veerle van Kersen (KU Leuven)
    Linnen onder de loep: een nieuwe interpretatie van textielproductie in het oude Egypte

    Kosten: €4

    Textiel was millennia lang één van de belangrijkste industrieën in Egypte, en vervulde zowel tijdens het leven als in de dood een essentiële functie. Door het arbeidsintensieve productieproces was het bovendien een kostbaar goed. Deze presentatie bespreekt de verschillende stappen in de Egyptische textielproductie aan de hand van wandschilderingen en grafmodellen. We vergelijken hoe deze scènes vroeger bekeken werden, en hoe we ze kunnen herinterpreteren in het licht van de nieuwe bevindingen. Vervolgens bekijken we de textielfragmenten in Brussel en Leiden en wat ze ons kunnen vertellen over de Egyptische linnenproductie.

    Inschrijven

    Maandag 26 april

    Maria Nilsson & John Ward
    Recent Discoveries at Gebel el-Silsila

    Kosten: £5

    Located some 60 km south of the grand Edfu Temple, and 65 km north of the stunning golden landscape of modern day Aswan, Gebel el-Silsila – “Kheny/Khenu” to the ancients – played an important role within the overall development of Dynastic Egypt. While the site was a vital strategic trading location, marking the boundary between Egypt and her southern neighbour Nubia, one of Egypt’s “nine bows” (chief enemies), it was first and foremost the source of a bountiful supply of prime Nubian sandstone for the building of pharaonic monuments throughout Egypt, particularly during the New Kingdom. In this lecture, Maria and John will reveal their latest New Kingdom discoveries, exploring the Temple of Sobek, the necropolis, Tutankhamun’s workers village and new finds from the quarries of Amenhotep and Ahkenaten.

    Inschrijven

    Maandag 26 april

    Meredith Brand
    Life at a Middle Kingdom Amethyst Mine: Archaeology of Site 5, Wadi el-Hudi

    Ancient Egyptian jewelry is renowned for its beauty, and the purple amethyst jewels from Middle Kingdom royal and elite burials are particularly stunning. As a luxury item, the pharaoh and his administration seemed to have exerted a state monopoly on semi-precious stones like amethyst, yet many questions remain as to how this monopoly was managed and the lives of the miners engaged in back-breaking labor.

    In 2014 the Wadi el-Hudi Expedition, directed by Kate Liszka (California State University San Bernardino) and co-directed by Bryan Kraemer (Robert and Frances Fullerton Museum of Art) and Meredith Brand (The American University of Cairo), began to address these questions through surveying and excavating the Middle Kingdom amethyst mining settlements at Wadi el-Hudi in the Eastern Desert.

    Inschrijven

    Maandag 26 april

    Dr. Manuela Lehmann (The British Museum London)
    Amara West – Lebenswelten im Nubien der Ramessidenzeit

    Die seit 2009 stattfinden Ausgrabungen und Auswertungen des Amara West Projektes des Britischen Museums beschäftigen sich mit einer Siedlung und zwei zugehörigen Friedhöfen aus der Ramessidenzeit in Nubien. Die Siedlung bestand bis in die Dritte Zwischenzeit hinein und wurde dann aufgrund klimatischer Veränderungen aufgegeben.

    Forschungsschwerpunkte sind unter anderem das tägliche Leben der Einwohner dieser Siedlung, die in einer Kolonie fern ab der ägyptischen Hauptstadt wohnen.

    Meer informatie

    Dinsdag 27 april

    Mennat-Allah El Dorry (Ministry of Antiquities)
    Archaeobotanical Research in Egypt: Much Wine and a Little Fava

    Since the late 19th c., the study of Egypt’s ancient flora has steadily contributed towards a clearer understanding of ancient lives and societies. Plants, after all, have been used as food, fodder, fuel, furnishings, medication, building materials, and variety of funerary and living rituals throughout Egyptian history. The production and disposal of plant products has left us a range of evidence that can be employed to make inferences about ancient lives. This talk will focus on the study of historic plant remains – archaeobotany – with reference to Egypt: its history and development, methodologies, and will present some particular case studies.

    Inschrijven

    Donderdag 29 april, 18.00 uur

    Peter der Manuelian (Boston)
    George Reisner and the Giza Project at Harvard; studying the past with the tools of the future

    Zoom link

    Donderdag 29 april, 18.15 uur

    Prof. Dr. Stephan J. Seidlmayer
    “Tausend Jahre sehen auf euch herab!” Das Alte Ägypten und seine Vergangenheit. Befunde aus dem Pyramidenfriedhof von Dahschur

    Zoom link